Translation of "Nennt" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "Nennt" in a sentence and their dutch translations:

Die man Schlafspindeln nennt.

die we slaapspoelen noemen.

Jeder nennt ihn Jeff.

Iedereen noemt hem Jeff.

Sie nennt mich Kenji.

Zij noemt mij Kenji.

Wie nennt man das?

- Hoe noem je dit?
- Hoe heet dit?

Das nennt man formelle Meditation.

-- dit heet formele meditatie --

Oder den "Traum der Fiktion" nennt.

of de 'ononderbroken droom'.

Hundert Jahre nennt man ein Jahrhundert.

100 jaar wordt een eeuw genoemd.

Weißt du, wie man sie nennt?

Weet jij hoe ze heten?

Dieser Tee nennt sich grüner Tee.

Deze thee noemt men groene thee.

Warum nennt man New York "Großer Apfel"?

Waarom wordt New York “De Grote Appel” genoemd?

Pleonasmus nennt man die Wiederholung derselben Idee.

De herhaling van eenzelfde idee noemt men pleonasme.

Wie nennt man dieses Gemüse auf Englisch?

- Hoe heet deze groente in het Engels?
- Hoe noemt men deze groente in het Engels?

Mein Vater nennt das Regenfallrohr manchmal "Himmelswasserabflussrohr".

Mijn vader noemt een regenpijp soms ook wel "hemelwaterafvoer".

- Jeder nennt ihn Jeff.
- Alle nennen ihn Jeff.

Iedereen noemt hem Jeff.

- Sie nennen ihn Jim.
- Man nennt ihn Jim.

Ze noemen hem Jim.

Sie ist das, was man ein Genie nennt.

Zij is wat men een genie noemt.

- Sie nennen mich Bob.
- Man nennt mich Bob.

Ze noemen me Bob.

Projektion benutzen. Man nennt sowas eine flächentreue Karte.

de Gali-Peters projectie gebruiken. Deze wordt een 'gelijke oppervlakte kaart' genoemd

- Ich werde Bob genannt.
- Man nennt mich Bob.

Ze noemen me Bob.

Er ist das, was man einen Macher nennt.

Hij is wat men noemt, een man van daden.

Man nennt den Löwen den König der Tiere.

De leeuw wordt de koning der dieren genoemd.

Hat ein Mensch Wahnvorstellungen, so nennt man es Geisteskrankheit. Haben tausende von Menschen Wahnvorstellungen, so nennt man es Religion.

Het delirium van één persoon noemt men waanzin, het delirium van duizenden religie.

Einen Mann, dessen Ehefrau gestorben ist, nennt man Witwer.

Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.

- Pingpong wird auch Tischtennis genannt.
- Pingpong nennt man auch Tischtennis.

Het pingpong wordt ook tafeltennis genoemd.

Einen Winkel von 90 Grad nennt man einen rechten Winkel.

Een hoek van 90 graden noemt men een rechte hoek.

- Wie nennst du diesen Vogel?
- Wie nennt man diesen Vogel?

Hoe noem je deze vogel?

Die eine Seite einer Münze nennt man Kopf, die andere Zahl.

Een zijde van een muntstuk noemt men "kop", de andere "munt".

- Wie nennst du das?
- Wie nennt man das?
- Wie bezeichnest du das?

Hoe noem je dit?

- Wie nennst du das?
- Wie nennt man das?
- Wie nennen Sie das?

Hoe noem je dit?

- Ein Esel schimpft den anderen Langohr.
- Ein Esel nennt den andern Langohr.

- De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet.
- De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
- De ezel verwijt de ezel dat hij dom is.

Eine Menge ohne Elemente nennt man "leere Menge". Man schreibt sie als {}.

De verzameling zonder elementen wordt de lege verzameling genoemd en wordt aangeduid met {}.

- Sie nennen mich Bob.
- Ich werde Bob genannt.
- Man nennt mich Bob.

Ze noemen me Bob.

Gebe ich den Armen zu essen, so nennt man mich einen Heiligen; frage ich aber, warum die Armen nichts zu essen haben, so nennt man mich einen Kommunisten.

Als ik de armen wat te eten geef, noemen ze mij een heilige. Als ik ze vraag waarom de armen niets te eten hebben, noemen ze mij een communist.

Wie nennt man jemanden, der sich um die Schafe auf der Weide kümmert?

Hoe noem je iemand die voor de schapen op de wei zorgt?

- Bitte nennt mich Tom.
- Bitte nennen Sie mich Tom.
- Sag bitte Tom zu mir.

- Noem me alsjeblieft Tom.
- Noem me alstublieft Tom.

- Wie nennt man diesen Vogel?
- Wie heißt dieser Vogel?
- Welchen Namen hat dieser Vogel?

- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?

Halbbruder und Halbschwester nennt man die Kinder, die dieselbe Mutter aber einen anderen Vater haben.

Een halfbroer en halfzus noemt men die kinderen die dezelfde moeder hebben maar een andere vader.

Zwischen Mars und Jupiter befinden sich über 100 000 Objekte aus Gestein, die man Asteroiden nennt.

Er bestaan minstens 100 000 steenachtige objecten die men asteroïden noemt tussen Mars en Jupiter.

- Nenne mich Ishmael.
- Nennt mich Ismael.
- Nenne mich Ismael.
- Nennen Sie mich Ismael.
- Nenn mich Ishmael.

Noem mij Ismael.

- Wir leben auf einem Planeten, den man die Erde nennt.
- Wir leben auf einem Planeten, der Erde heißt.

We leven op een planeet genaamd aarde.

- Wie nennt man diesen Vogel?
- Wie heißt dieser Vogel?
- Wie heißt denn dieser Vogel?
- Welchen Namen hat dieser Vogel?

- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?

- Ein Kind, dessen Eltern gestorben sind, nennt man Waisenkind.
- Ein Kind, dessen Eltern gestorben sind, bezeichnet man als eine Waise.

Een kind waarvan de ouders gestorven zijn, noemt men een wees.

- Eine Frau, deren Ehemann gestorben ist, nennt man Witwe.
- Eine Frau, deren Ehemann tot ist, wird Witwe genannt.
- Eine Frau, deren Mann gestorben ist, wird Witwe genannt.

- Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
- Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.

- Ein Esel schimpft den anderen Langohr.
- Der Kessel schilt den Ofentopf — schwarz sind sie alle beide.
- Der Kessel schilt den Ofentopf, schwarz sind sie alle beide.
- Ein Esel nennt den andern Langohr.

- De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet.
- De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
- De pot verwijt de ketel.

- Eine Frau, deren Ehemann gestorben ist, nennt man Witwe.
- Eine Frau, deren Ehemann verstorben ist, heißt Witwe.
- Eine Frau, deren Ehemann tot ist, wird Witwe genannt.
- Eine Frau, deren Mann gestorben ist, wird Witwe genannt.

- Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
- Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.