Examples of using "Nahrungsmittel" in a sentence and their dutch translations:
Dit eten is glutenvrij.
Wij hebben voedsel in overvloed.
Ons voedsel raakte op.
Voor welk voedsel bent u allergisch?
- Bent u allergisch voor bepaalde voedingsmiddelen?
- Ben je allergisch voor bepaalde voedingsmiddelen?
Zout helpt voedsel te conserveren tegen bederf.
Ze produceren 60 tot 80% van het voedsel in de armere landen,
Dit eten is glutenvrij.
Tom moet voorzichtig zijn met wat hij eet in restaurants, omdat hij allergisch is voor veel voedsel.
Kaas is een vast voedsel dat wordt geproduceerd van melk van koeien, geiten, schapen of andere zoogdieren.