Examples of using "Lebensmittel" in a sentence and their dutch translations:
Ze koopt eten.
Eten is goedkoop in Duitsland.
Brood en melk zijn goede voedingsmiddelen.
Is biologisch eten wel zijn geld waard?
- Voor welk voedsel bent u allergisch?
- Voor welk voedsel zijn jullie allergisch?
Zout helpt voedsel te conserveren tegen bederf.
Dit eten is glutenvrij.
Hij ging een winkel binnen om voedsel te kopen.
Met behulp van een diepvriezer kan u uw voedingswaren langer bewaren.