Examples of using "Manieren" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt geen manieren.
Tom heeft geen manieren.
Tom is een feilloze heer.
Waar zijn je manieren?
Tom heeft totaal geen manieren.
Hij heeft echt geen manieren.
We zullen Tom manieren leren.
Hij heeft onberispelijke manieren, wat betekent dat je nooit met zekerheid kunt weten wat hij echt denkt!