Examples of using "Mütze" in a sentence and their dutch translations:
Waar is je pet?
- Waar is je pet?
- Waar is jullie muts?
Hoeveel kost deze pet?
Doe je muts op.
Waar is jullie muts?
Doe je muts op.
De muts is te klein voor me.
Tom heeft je pet gevonden.
Hebben babysmurfen al een muts op?
Zet je hoed af wanneer je een klaslokaal binnenkomt.