Translation of "Lebendig" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Lebendig" in a sentence and their dutch translations:

- Er wurde lebendig begraben.
- Sie wurde lebendig begraben.

Hij werd levend begraven.

Ich fühle mich lebendig.

Ik voel me levendig.

Er wurde lebendig begraben.

Hij werd levend begraven.

Sie wurde lebendig begraben.

Ze werd levend begraven.

- Ist die Schlange tot oder lebendig?
- Ist die Schlange lebendig oder tot?

Is die slang dood of levend?

Dein ganzer Körper wird lebendig.

Je hele lichaam komt tot leven.

Ist der Vogel tot oder lebendig?

Is de vogel dood of levend?

Ist die Schlange tot oder lebendig?

Is die slang dood of levend?

Wir müssen den Löwen lebendig fangen.

We moeten de leeuw levend vangen.

Ihr kriegt mich niemals lebendig zu fassen!

Je zult me nooit levend in handen krijgen.

Sie ist halb lebendig und halb tot.

Ze is half levend, half dood.

Die alte Tante meines Mannes wurde lebendig verbrannt,

De bejaarde tante van mijn man werd levend verbrand

Ein aufgebrochenes Herz ist wach, lebendig und tatendurstig.

Een opengebroken hart is alert en levend en roept op tot actie.

- Einer der Hunde lebt.
- Einer der Hunde ist lebendig.

Een van de honden leeft nog.

- Alle Hunde sind lebendig.
- Alle Hunde sind am Leben.

Alle honden zijn levend.

Ich weiß nicht, ob er tot oder lebendig ist.

Ik weet niet of hij dood of levend is.

Seine Führung half vielen tausend Soldaten, wieder lebendig zu werden.

Zijn leiderschap hielp vele duizenden soldaten om levend terug te komen.

- Beide Brüder leben noch.
- Beide Brüder sind immer noch lebendig.

Beide broers zijn nog in leven.

Jede Ähnlichkeit mit wirklichen Menschen, lebendig oder tot, ist reiner Zufall.

Iedere gelijkenis met werkelijk bestaande personen, levend of dood, is puur toeval.

Die Ärzte hielten ihn für tot, aber heute ist er immer noch lebendig und gesund und hat Arbeit und eine Familie.

De dokters dachten dat hij dood was, maar vandaag is hij gezond en wel en hij heeft werk en een familie.