Translation of "Kino" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "Kino" in a sentence and their dutch translations:

- Wir gehen ins Kino.
- Lasst uns ins Kino gehen.

We gaan naar de bioscoop.

- Warum gehen Leute ins Kino?
- Warum gehen Menschen ins Kino?
- Warum gehen die Leute ins Kino?

- Waarom gaan mensen naar de cinema?
- Waarom gaan mensen naar de bioscoop?

Gehen wir ins Kino?

Zullen we naar de bios gaan?

Wir gehen ins Kino.

We gaan naar de bioscoop.

Gehst du ins Kino?

- Ga je naar de bioscoop?
- Ga je naar de film?
- Gaat u naar de bioscoop?

Ich war im Kino.

- Ik was in de cinema.
- Ik was bij de bioscoop.
- Ik was in de bioscoop.

Wir wollen ins Kino.

We willen naar de bioscoop gaan.

Ich geh ins Kino.

Ik ga naar de bioscoop.

Gehen Sie ins Kino?

Gaat u naar de bioscoop?

- Sie gingen gestern ins Kino.
- Sie sind gestern ins Kino gegangen.

Ze gingen gisteren naar de bioscoop.

- Ich möchte heute ins Kino gehen.
- Ich will heute ins Kino.

- Ik wil naar de cinema gaan vandaag.
- Ik wil naar de film gaan vandaag.
- Vandaag wil ik naar de bioscoop.

- Ich liebe es, ins Kino zu gehen.
- Ich gehe gern ins Kino.

Ik ga graag naar de bioscoop.

- Er geht praktisch niemals ins Kino.
- Er geht fast nie ins Kino.

Hij gaat bijna nooit naar de bioscoop.

Möchtest du ins Kino gehen?

Heb je zin om naar de film te gaan?

Das Kino war voller Leute.

De bioscoop was gevuld met mensen.

Warum gehen Leute ins Kino?

Waarom gaan mensen naar de cinema?

Sie gingen gestern ins Kino.

Ze gingen gisteren naar de bioscoop.

Ich gehe oft ins Kino.

Ik ga vaak naar de bioscoop.

Wir sind nicht im Kino.

Wij zijn niet in de bioscoop.

Ich gehe gern ins Kino.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Ich gehe gerne ins Kino.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Ich gehe manchmal ins Kino.

Ik ga soms naar de bioscoop.

Lasst uns ins Kino gehen.

Laten we naar de bioscoop gaan.

Ich gehe selten ins Kino.

- Ik ga zelden naar de bioscoop.
- Ik ga zelden naar de film.

Donnerstags gehen wir ins Kino.

Donderdags gaan we naar de bioscoop.

Tom ist im Kino eingeschlafen.

Tom viel in slaap in de bioscoop.

Wir sind ins Kino gegangen.

We zijn naar de bioscoop gegaan.

- Wir gehen ins Kino. Komm mit uns.
- Wir gehen ins Kino, komm doch mit!
- Wir gehen ins Kino. Komm mit uns mit!

We gaan naar de cinema. Kom met ons mee.

Hättest du nicht Lust aufs Kino?

Je hebt toevallig geen lust om naar de bioscoop te gaan?

Wir gingen gestern Abend ins Kino.

Gisteravond gingen we naar de bioscoop.

Ich bin gestern ins Kino gegangen.

Ik ging gisteren naar de bioscoop.

Hinter dem Kino ist ein Park.

- Achter de cinema is er een park.
- Achter de bioscoop is een park.

Ich würde gern ins Kino gehen.

- Ik wil naar de film.
- Ik wil een filmpje pakken.

Sie ging mit ihm ins Kino.

Ze ging met hem naar de bioscoop.

Warum gehen die Leute ins Kino?

Waarom gaan mensen naar de cinema?

Befindet sich das Kino in Bahnhofsnähe?

Is de bioscoop dicht bij het station?

Sie sind gestern ins Kino gegangen.

Ze gingen gisteren naar de bioscoop.

Wir gehen jeden Donnerstag ins Kino.

We gaan elke donderdag naar de bioscoop.

Er geht praktisch niemals ins Kino.

Hij gaat praktisch nooit naar de bioscoop.

Mit wem gehst du ins Kino?

Met wie ga je naar de bioscoop?

Gehst du heute Abend ins Kino?

Ga je vanavond naar de bioscoop?

- Meine Freunde gingen ohne mich ins Kino.
- Meine Freunde sind ohne mich ins Kino gegangen.

Mijn vrienden zijn zonder mij naar de bioscoop gegaan.

- Ich bin mit meinem Bruder im Kino gewesen.
- Ich ging mit meinem Bruder ins Kino.

Ik ging met mijn broer naar de bioscoop.

- Wir gehen ins Kino. Komm mit uns.
- Wir gehen ins Kino. Komm mit uns mit!

We gaan naar de cinema. Kom met ons mee.

- Würden Sie morgen Abend gerne ins Kino gehen?
- Würdest du morgen Abend gerne ins Kino gehen?
- Würdet Ihr morgen Abend gerne ins Kino gehen?

Heb je zin om naar een film te gaan morgenavond?

Wie wär's, wollen wir ins Kino gehen?

En als we nu eens naar de cinema gingen?

Wir gehen ins Kino, komm doch mit!

We gaan naar de bioscoop. Kom met ons mee.

Meine Freunde gingen ohne mich ins Kino.

Mijn vrienden gingen zonder mij naar de film.

Ich liebe es, ins Kino zu gehen.

Ik ga graag naar de bioscoop.

Möchtest du ins Kino oder ins Theater gehen?

- Willen jullie naar de film of naar het theater?
- Wil je liever naar de bioscoop of naar het theater?

Ich würde gern mit ihr ins Kino gehen.

Ik zou graag met haar naar de bioscoop gaan.

Vor dem Kino stehen schon viele Leute Schlange.

Er staan al veel mensen in de rij voor de cinema.

Ich ging mit meinem Vater oft ins Kino.

Ik ging vaak naar de film met mijn vader.

Würden Sie morgen Abend gerne ins Kino gehen?

Heb je zin om naar een film te gaan morgenavond?

Ich bin mit meinem Bruder im Kino gewesen.

Ik ging naar de bioscoop met mijn broer.

Ich hab im Kino einen Haufen Kinder gesehen.

Ik zag een menigte kinderen in de bioscoop.

Ich kann nicht ins Kino gehen, bin blank.

Ik kan niet naar de bioscoop gaan, ben blut.

Ich würde ins Kino gehen, wenn ich Zeit hätte.

- Als ik tijd had, ging ik naar de film.
- Ik zou naar de film gaan, als ik tijd zou hebben.

Ich gehe im Durchschnitt zweimal im Monat ins Kino.

Gemiddeld bekijk ik twee films per maand.

Mein Vater lässt mich nicht allein ins Kino gehen.

Mijn vader laat me niet alleen naar de bioscoop gaan.