Translation of "Jahreszeit" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Jahreszeit" in a sentence and their dutch translations:

Welche ist die heißeste Jahreszeit?

Wat is het warmste seizoen?

Jede Jahreszeit hat ihr Gutes.

Alles heeft zijn tijd.

Der Frühling ist meine liebste Jahreszeit.

De lente is mijn lievelingsseizoen.

Zu dieser Jahreszeit ist sie auf Lachse angewiesen.

In deze tijd van het jaar is ze van zalm afhankelijk.

Hinsichtlich der Jahreszeit ist das Wetter recht kühl.

Ten opzichte van het seizoen is het weer vrij koel.

Durch den Regen zu dieser Jahreszeit ist alles feucht.

Vanwege zware jaarlijkse regenval in dit gebied... ...is alles vochtig.

Zu dieser Jahreszeit ernähren sie sich sonst von Kiefernnadeln.

Rond deze tijd van het jaar eten ze meestal dennennaalden.

Doch zu dieser Jahreszeit müssen sie die Nacht nutzen.

Maar rond deze tijd van het jaar moeten ze in de nacht opereren.

- Der Frühling ist meine liebste Jahreszeit.
- Der Frühling ist meine Lieblingsjahreszeit.

De lente is mijn lievelingsseizoen.

- Der Frühling ist meine liebste Jahreszeit.
- Meine Lieblingsjahreszeit ist der Frühling.
- Der Frühling ist meine Lieblingsjahreszeit.

- De lente is mijn lievelingsseizoen.
- De lente is mijn favoriete seizoen.