Examples of using "Hochzeit" in a sentence and their dutch translations:
Wanneer is de bruiloft?
Wanneer is de bruiloft?
Hoe was de bruiloft?
Morgen is hun huwelijk.
Het was een prachtige bruiloft.
Ze wilde de bruiloft uitstellen.
Zij feliciteerden hem met zijn huwelijk.
De bruiloft van de Romeinen is voorbij.
Ik ben uitgenodigd op hun huwelijksfeest.
Een snel huwelijk is zelden geslaagd.
De bruiloft vindt zaterdag plaats.
De bruiloft is over twee weken.
Zij zullen morgen hun bruiloft vieren.
De bruiloft zal in het voorjaar plaatsvinden.
- Een bruiloft is niet compleet zonder een gevecht.
- Zonder een gevecht is een bruiloft niet compleet.
We hebben gisteren ons tienjarig huwelijksjubileum gevierd.
De kerk is versierd met bloemen voor de bruiloft.
Je zou wat geld opzij moeten leggen voor jouw bruiloft.
De avond voor de bruiloft was Maria nog koel als een kikker.
Ze hadden besloten het huwelijk uit te stellen tot haar broer terug was gekomen uit het buitenland.