Examples of using "Gerüchte" in a sentence and their dutch translations:
De geruchten waren waar.
Wie heeft deze geruchten verspreid?
De geruchten waren fout.
Wie heeft deze geruchten verspreid?
Maria verspreidde valse geruchten over Alice.
- Er zijn geruchten dat hij ontslag zal nemen.
- Er zijn geruchten dat hij zal aftreden.
Of de geruchten nu ernstig waren of niet, in mei verrasten
Soult trok vervolgens naar het zuiden en bezette Porto, waar geruchten begonnen dat hij overwoog
Het bleek dat dit gerucht noch kop noch staart had.
Door armoede en onderontwikkeling gaan er ook veel rare verhalen rond: dat je geen ebola krijgt door je in zout water te wassen bijvoorbeeld.