Translation of "Stimmten" in Dutch

Die Gerüchte stimmten.

De geruchten waren waar.

Wir stimmten zu.

We waren het eens.

Die Gerüchte stimmten nicht.

De geruchten waren fout.

Wir stimmten für den Kandidaten.

We hebben voor de kandidaat gestemd.

Sie stimmten zu und waren zufrieden.

Ze waren het eens en waren tevreden.

Viele konservative Amerikaner stimmten ihm zu.

Vele conservatieve Amerikanen waren het met hem eens.

- Wir waren uns einig.
- Wir stimmten zu.

- We zijn het eens.
- We waren het eens.

- Tom und Maria stimmten überein, zusammenzuarbeiten.
- Tom und Maria vereinbarten zusammenzuarbeiten.

Tom en Mary spraken af om samen te werken.

Fünf von Neys Marschallkollegen gehörten zu einer großen Mehrheit, die für die Todesstrafe stimmten.

Vijf van Ney's collega Marshals behoorden tot een grote meerderheid die voor de doodstraf stemden.