Examples of using "Drinnen" in a sentence and their dutch translations:
Zij zijn binnen.
We ontbijten binnen.
Er is niemand binnen.
Blijf daar!
- Tom is binnen.
- Tom zit binnen.
Tom wachtte binnen.
- Ze ging naar binnen.
- Ze is naar binnen gegaan.
Is het binnen warmer?
Het is donker binnen.
Bevat het boter?
Ze zijn allemaal binnen.
Ze is naar binnen gegaan.
Wat doe je hier?
Het is kokend heet hier binnen.
Het is verboden om hierbinnen te roken.
Waarom is het hier binnen zo koud?
Ik heb de tarantula gevonden.
Ik zou liever buiten gaan dan binnen te blijven.
Het is heet buiten, dus laten we binnen praten.
Als ze erin zitten... ...vul je het gat.
Wat een snertweer vandaag! Ik blijf lekker binnen.
Het is hierbinnen niet licht genoeg om te lezen.
We eten liever binnen. Buiten is het te koud.
Er is niemand binnen.
Zullen we binnen in de woonkamer of buiten op het balkon eten?