Examples of using "Dunkel" in a sentence and their dutch translations:
De kamer was donker.
Het is donker buiten.
Het is heel donker.
De nacht is donker.
De kamer was donker.
Het werd donker.
Het wordt donker.
Het is donker.
Het was donker.
Het wordt donker buiten.
Het is bijna donker.
Het wordt nu echt donkerder.
Het wordt nu echt donkerder.
Het wordt snel donker.
Het is al donker.
Het was zo donker.
De kamer was donker.
De nacht is donker.
Het is donker geworden.
Plots werd het donker.
- Het was erg donker.
- Het was heel donker.
Het is donker buiten.
De lucht wordt donker.
Het is erg donker.
Het wordt donker buiten.
Het is donker binnen.
Het is nu donker.
Het is nog donker.
De straat was donker.
Het is heel donker.
Het is helemaal donker.
- Het is behoorlijk donker.
- Het is vrij donker.
Het was donker onder de brug.
Nu is 't zo donker...
Het is bijna donker.
- Het is buiten pikzwart.
- Het is buiten pikdonker.
- Tegen dan was het donker.
- Tegen die tijd was het donker.
De Zweedse winter is donker.
Mos groeit in... ...donkere, vochtige omgevingen.
In de winter wordt het vroeg donker.
Het wordt donker.
Het is donker in deze kamer.
Het was donker onder de brug.
- 's Winters valt de nacht snel.
- In de winter wordt het snel donker.
Waarom zijn de nachten zo donker?
Het is te donker om te tennissen.
Slapen in het donker is gevaarlijk.
Maar aan de grond is het zo donker...
In de winter wordt het heel vroeg donker.
Het is nu te donker om tennis te spelen.
Het was donker toen ik het hotel bereikte.
Met nieuwe technologie... ...kunnen we in het donker kijken...
Verder naar het noorden... ...blijft de duisternis langer hangen.
wordt de omgeving al snel koud en donker,
- Ik stond op toen het nog donker was.
- Ik ben opgestaan toen het nog donker was.
De lucht wordt donker.
De kelder is smerig, donker en hij stinkt.
Het was donker en koud in de kamer.
Het is te donker om buiten te spelen.
De helft van de aarde die niet naar de zon is gekeerd is altijd donker.