Examples of using "Besorgen" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet wat melk halen.
Tom moet een goede advocaat vinden.
Ik wil iets op de markt gaan halen.
Stel nooit uit tot morgen wat je overmorgen kunt doen.
- Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen.
- Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kan doen.
- Stel niet uit tot morgen, wat ge vandaag nog kunt doen.
- Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen.
- Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kan doen.
- Stel niet uit tot morgen, wat ge vandaag nog kunt doen.
We zouden eerst kerstcadeaus voor de kinderen moeten gaan halen.
Had ik iets voor je moeten kopen op weg naar huis?
Moet ik voor u een kaartje reserveren voor het concert?
Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen.
Van uitstel komt afstel.
Stel nooit uit tot morgen wat je overmorgen kunt doen.
Tijd kan nergens worden gehuurd, gekocht of anderszins verkregen. Het aanbod van tijd is volledig inelastisch. Hoe groot de vraag ook is, er kan geen groter aanbod zijn.