Translation of "Beendet" in Dutch

Meine Arbeit ist beendet.

- Mijn werk is gedaan.
- Mijn werk is voltooid.

Die Arbeit ist beendet.

- Het werk is af.
- Het werk is gedaan.

Er hat das blitzschnell beendet.

Hij maakte het zo snel als de bliksem af.

Unsere Arbeit ist jetzt ganz beendet.

Ons werk is nu helemaal af.

Naomi hat gerade ihre Arbeit beendet.

Naomi heeft zojuist haar werk afgemaakt.

Unsere Arbeit hier ist noch nicht beendet.

- Ons werk hier is nog niet gedaan.
- Ons werk hier is nog niet af.

- Meine Arbeit ist beendet.
- Meine Arbeit ist getan.

Mijn werk is gedaan.

Lass es mich wissen, wenn du es beendet hast.

Laat me maar weten wanneer je klaar bent.

- Wann warst du damit fertig?
- Wann hast du es beendet?

Wanneer was je ermee klaar?

Sobald er seine Arbeit beendet hatte, ging er nach Hause.

Zodra hij zijn werk af had, ging hij naar huis.

Du sagtest ihr, dass du die Arbeit vor drei Tagen beendet hast.

Ge hebt haar gezegd dat gij het werk al drie dagen geleden gedaan hadt.

Und er beendet das Gedicht für Thormod in genau dem richtigen Reim und Takt.

En hij maakt het gedicht voor Thormod af in precies het juiste rijm en metrum.

Mit schwerem Verlust überraschen . Napoleons stechende Kritik könnte der Moment gewesen sein, der Marmonts Loyalität beendet hat.

verrassen door de vijand . De scherpe kritiek van Napoleon was misschien het moment waarop Marmont's loyaliteit eindigde.

- Sag Bescheid, wenn du bereit bist!
- Sag mir Bescheid, wenn du fertig bist!
- Lass es mich wissen, wenn du es beendet hast.
- Lass es mich wissen, wenn du fertig bist.

- Laat me weten wanneer je klaar bent!
- Laat me weten wanneer je klaar bent.
- Laat me maar weten wanneer je klaar bent.