Translation of "Ausgesprochen" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Ausgesprochen" in a sentence and their dutch translations:

Das ist ausgesprochen gefährlich.

Dat is ronduit gevaarlijk.

Wie wird dieses Wort ausgesprochen?

Hoe spreek je dit woord uit?

Wie wird Ihr Vorname ausgesprochen?

- Hoe spreek je je voornaam uit?
- Hoe wordt je voornaam uitgesproken?

Schweden wird auf Schwedisch "ˈsværjə" ausgesprochen.

Zweden wordt uitgesproken als "sværjə" in het Zweeds.

Ich finde das ausgesprochen kleinlich von dir.

Ik vind dat uitgesproken kleinzielig van je.

Tom hat eine Empfehlung über mich ausgesprochen.

Tom heeft een aanbeveling over mij uitgevaardigd.

- Wie spricht man das aus?
- Wie wird das ausgesprochen?

Hoe spreek je dat uit?

- Wie wird das Wort ausgesprochen?
- Wie spricht man dieses Wort aus?

- Hoe spreekt men dit woord uit?
- Hoe spreek je dit woord uit?

- Dieses Buch ist echt alt.
- Dieses Buch ist wirklich ausgesprochen alt.

Dat boek is echt oud.

- Frau Ogawa ist wirklich gut im Tennis.
- Frau Ogawa spielt ausgesprochen gut Tennis.

Mevrouw Ogawa is zeer goed in tennis.

Der Satzbau des Esperanto, das heißt die Wortstellung, ist ausgesprochen frei und vielgestalt.

De zinstructuur - of de woordvolgorde - in Esperanto is de meest gevarieerde en meest flexibele.

- Ich kann Ihnen nicht sagen, wie Sie das Wort aussprechen müssen.
- Ich kann dir nicht sagen, wie das Wort ausgesprochen wird.

Ik kan jou niet vertellen hoe je het woord moet uitspreken.