Translation of "Apfelsaft" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Apfelsaft" in a sentence and their dutch translations:

- Zwei Gläser Apfelsaft, bitte.
- Zwei Glas Apfelsaft bitte.

Twee glazen appelsap alstublieft.

Tom trinkt Apfelsaft.

Tom drinkt appelsap.

Sie trinkt Apfelsaft.

Ze drinkt appelsap.

Tom liebt Apfelsaft.

Tom houdt van appelsap.

Zwei Gläser Apfelsaft, bitte.

Twee glazen appelsap alstublieft.

Wo ist mein Apfelsaft?

Waar is mijn appelsap?

Möchten Sie noch etwas Apfelsaft?

Wilt u nog een beetje appelsap?

Willst du noch etwas Apfelsaft?

Wil je nog een beetje appelsap?

Wollt ihr noch etwas Apfelsaft?

Willen jullie nog een beetje appelsap?

Möchtest du noch etwas Apfelsaft?

- Wilt u nog een beetje appelsap?
- Wil je nog een beetje appelsap?
- Willen jullie nog een beetje appelsap?

Meine Mama hat zwei Flaschen Apfelsaft gekauft.

Mijn mama kocht twee flessen appelsap.

Mein übliches Getränk ist Apfelsaft mit Mineralwasser, aber auch Orangensaft mag ich.

Mijn gewoon drankje is appelsap met mineraal water, maar ik hou ook wel van sinaasappelsap.