Examples of using "2010" in a sentence and their dutch translations:
Een studie uit 2010 toonde aan
Het getal 2010 bevat twee nullen.
Vandaag is het zaterdag, de 11de december 2010.
Nederland heeft het wereldkampioenschap van 2010 gewonnen.
De internationale werkgroep "Medici voor Esperanto" werd gesticht in mei 2010.
Terugblikkend op 2010 denk ik dat ik te veel tijd verkwistte.
De woorden van het jaar 2010 in Denemarken zijn "aswolk", "Randdenemarken", "vuvuzela" en "WikiLeaks".
Wereldwijd was de twaalfmaandsperiode van november 2018 tot oktober 2019 0,56°C warmer dan het gemiddelde over 1981-2010. De warmste twaalfmaandsperiode was van oktober 2015 tot september 2016, met een temperatuur die 0,66°C boven het gemiddelde lag. 2016 is het warmste kalenderjaar ooit, met een wereldwijde temperatuur die 0,63°C boven die van 1981-2010 lag.