Translation of "13%" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "13%" in a sentence and their dutch translations:

Wir bekamen 13 % Rabatt.

We hebben een korting van 13 % bekomen.

Tom wird 13, nicht wahr?

Tom wordt toch dertien?

Toms Tochter ist 13 Jahre alt.

Tom heeft een dochter van dertien.

Tom ist jetzt 13 Jahre alt.

Tom is nu dertien jaar oud.

Zuletzt waren wir 13 Jahre in Einzelhaft.

Er kwam een eind aan onze 13 jaar eenzame opsluiting.

Tom hat eine 13 Jahre alte Schwester.

- Tom heeft een zus van 13.
- Tom heeft een 13 jaar oude zus.

O nein! Es ist Freitag, der 13.!

Oh nee, het is vrijdag de dertiende!

- Man sagt, dass Freitag der 13. ein Unglückstag sei.
- Man sagt, Freitag der Dreizehnte sei ein Unglückstag.
- Man sagt, Freitag der 13. ist ein Unglückstag.
- Freitag der 13. gilt als Unglückstag.

Men zegt dat vrijdag de dertiende een ongeluksdag is.

Meine Mutter hat 13 Kerzen auf meinen Geburtstagskuchen gesteckt.

Mijn moeder zette dertien kaarsen op mijn verjaardagstaart.

Tom ist 13, aber er glaubt noch an den Weihnachtsmann.

Tom is dertien, maar hij gelooft nog steeds in de Kerstman.

Eine Löwin ist mit ihrem 13-köpfigen Rudel auf der Jagd.

Een leeuwin en haar groep van 13 zijn op jacht.

Und am 13. Juni ihr erster Angriff mit eine einzelne Leiter war leicht abzustoßen.

En op 13 juni, werd hun eerste aanval met een enkele schaalladder gemakkelijk afgestoten.

In Frankreich reicht der Titel des Marschalls oder Maréchal mindestens bis ins 13. Jahrhundert zurück.

In Frankrijk gaat de titel van maarschalk of Maréchal minstens terug tot de 13e eeuw.

Dem Angeklagten, Tom Schneider, wird vorgeworfen, in der Nacht von Mittwoch, dem 13., auf Donnerstag, den 14. Februar 2013, Frau Maria Schmidt in ihrer Wohnung in der Berliner Allee 13 b ermordet zu haben.

De verdachte, Tom Schneider, wordt ervan beschuldigd Maria Schmidt in de nacht van woensdag 13 op donderdag 14 februari 2013 te hebben vermoord in haar appartement aan de Berliner Allee 13 b.

Ich war 13 Jahre alt, als ich mich das erste Mal in ein Mädchen verliebt habe.

Ik was 13 jaar oud toen ik voor het eerst verliefd werd op een meisje.

Die Behauptung: „Heute ist der 13. April“ war gestern eine Lüge und wird morgen wieder eine sein.

De bewering "Vandaag is het 13 april" was gisteren een leugen, en zal het morgen opnieuw zijn.