Examples of using "Vivons" in a sentence and their dutch translations:
We leven.
We wonen samen.
- We leven hier.
- Wij wonen hier.
We leven in het atoomtijdperk.
We leven in vrede.
We wonen daar.
We leven in een maatschappij.
We wonen op aarde.
We wonen in een huis.
Wij wonen in de Verenigde Staten.
We leven in het atoomtijdperk.
We wonen in de buurt van de school.
We leven in het nucleaire tijdperk.
We wonen hier sinds januari.
Wij wonen tenslotte in Cairns
Als we leven langs de kust,
We wonen in de buurt van de grens.
Wij leven in een democratische samenleving.
We wonen dicht bij het station.
- Wij wonen op de planeet Aarde.
- We leven op planeet Aarde.
- We leven op de planeet Aarde.
Wij wonen dicht bij de zee.
Wij wonen hier.
We wonen in een mooie stad.
- We wonen allen in dezelfde buurt.
- We wonen allemaal in dezelfde buurt.
In de zomer leven we op de buiten.
We leven allen op de planeet Aarde.
We leven in een bananenschil-universum
Wij wonen in Frankrijk.
We hebben drie jaar in deze stad gewoond.
We wonen allemaal in hetzelfde studentenhuis.
Ik weet dat we leven in een kapitalistische gemeenschap
We leven in de tweede helft van de twintigste eeuw.
We eten om te leven, we leven niet om te eten.
We wonen in dat appartement net over de straat.
We leven niet om te eten, maar eten om te leven.
En de erkenning dat we nu in een post-waarheid-wereld leven,
We wonen dicht bij het station.
Ik heb nog maar een paar jaar te leven, dus laten we ze leven!
We wonen in de buurt van de grens.
We wonen allemaal op minder dan vijf minuten lopen van elkaar.
We leven allemaal onder dezelfde hemel, maar we hebben niet allemaal dezelfde horizon.
Een leven lang moeten we werken.