Examples of using "Trouver " in a sentence and their dutch translations:
Ik dacht dat ik u daar zou vinden.
Laten we het wrak vinden.
Probeer haar te vinden.
Waar is een spiegel?
Probeer hem te vinden.
Ik moet hem vinden.
Ik zal helpen Tom te vinden.
Wat hoopt u hier te vinden?
Wat hoop je hier te vinden?
- Kunt ge het vinden?
- Kan je het vinden?
Ik moet Tom vinden.
We moeten een oplossing vinden.
Ik wil de ware liefde vinden.
Niemand kon de grot vinden.
Ik moet beneden zien te komen.
Ik moet een weg naar beneden vinden.
Ik heb de tarantula gevonden.
Ze zal haar weg vinden,
Waar zou ze kunnen zijn?
Hoe gaan we Tom vinden?
Nu moet ik Tom vinden.
Hij gaat iets vinden.
Ik moet de sleutel vinden.
Ik kon zijn huis niet vinden.
Tom heeft geen werk kunnen vinden.
We moeten een verstopplaats vinden.
Ik kan het mes niet vinden.
zodat ze precies weten wanneer ze kunnen toeslaan.
Dus we gaan een andere weg naar beneden zoeken.
Ik hoop dat we dat wrak snel vinden.
Je moet eruit en onmiddellijk hulp zoeken.
Ik ben erin geslaagd zijn kantoor te vinden.
Het kan moeilijk zijn om een appartement te vinden.
Hier zou uw reclame kunnen staan.
De politie kon de crimineel vinden.
Tom kon Maria niet vinden.
Ik weet misschien waar ik Tom kan vinden.
We moeten een effectieve methode vinden.
Kun je iets beters bedenken?
Hoe vind je eten in de ruimte?
Er vindt altijd wel iemand tijd.
We kunnen Tom niet vinden.
Waar is er tandpasta?
Ik kan Tom niet vinden.
Zijn huis is gemakkelijk te vinden.
Waar kan ik een tolk vinden?
Ik kon zijn huis niet vinden.
Ik wist dat je wist waar men Tom kan vinden.
Ik kan mijn handtas niet vinden.
...en hopen dat een kortere weg zich aandient.
Het is tijd om voedsel te zoeken.
Dit mannetje moet zijn stem vinden.
Dat maakt ze moeilijk te vinden.
Je ziet zelden zo'n klein dier.
Ik kon het nergens vinden.
Ik kan mijn tas niet vinden.
De ring kon nergens gevonden worden.
De bank is zeer eenvoudig te vinden.
De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
Ik kan mijn horloge niet vinden.
Ge zult een of ander excuus moeten vinden.
- Ik heb zojuist een oud dagboek gevonden.
- Ik vond net een oud dagboek
Ik moet een andere advocaat nemen.
Ik kan het restaurant niet vinden.
Ik kan zijn adres niet vinden.
Japanse toeristen kom je overal tegen.
Het werd moeilijk om buffels te vinden.
Ik zal een oplossing voor het probleem vinden.