Examples of using "Surpoids" in a sentence and their dutch translations:
Hij is zwaarlijvig.
Hij is zwaarlijvig.
Hij is zwaarlijvig.
69% van de Amerikanen heeft overgewicht of obesitas.
Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.
Tom is een beetje te zwaar.
Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.