Examples of using "Lourd" in a sentence and their dutch translations:
Dit bed is zwaar.
Dit televisietoestel is zwaar.
- Dat boek is zwaar.
- Dit boek is zwaar.
Mijn tas is heel zwaar.
Goud is zwaarder dan zilver.
Het is vandaag minder benauwd dan het gisteren was.
Het was omslachtig.
Goud is veel zwaarder dan water.
Goud is zwaarder dan ijzer.
Welke van de twee is het zwaarst?
Deze blauwe rugzak is zwaar.
Je bent tien keer zwaarder dan ik.
Hij is twee keer zo zwaar als zijn vrouw.
Denk je niet dat het wellicht een beetje zwaar is?
Wat is zwaarder, lood of goud?
Ik heb een vrachtwagen.
Denk je niet dat het wellicht een beetje zwaar is?
Tom is een beetje te zwaar.
Ik vraag niet om een lichtere last, maar om bredere schouders.
Hoe zwaar is je boekentas! Wat heb je er in?
Maar het was een hete dag, en de Noren hadden hun zware uitrusting, vooral hun