Examples of using "Sortir" in a sentence and their dutch translations:
Laat me eruit!
Ik moest van hier weg geraken.
- Laten we weggaan.
- Laten we uitgaan.
Ik moet gaan.
Laat me eruit!
Hij is net weggegaan.
Kam uw haar voordat ge buiten gaat.
- Hij is net verschenen.
- Het is net verschenen.
Tom zal herstellen.
Kun jij me hier uithalen?
U hoeft vandaag niet uit te gaan.
Dit is de weg uit de kloof.
Er komen roofdieren.
Ik heb zin om uit te gaan vandaag.
Mag ik buiten gaan wandelen?
Het is beter als je niet weggaat.
Ik ga uit.
Ik wil met haar uitgaan.
Nu is het onmogelijk om te vertrekken.
- Ze is niet kunnen ontsnappen.
- Ze had niet kunnen wegkomen.
- Lach naar het vogeltje.
- Zeg kaas.
Ik heb geen zin om uit te gaan.
Jaag hem hier weg!
Hij liet anderen verkondigen
...zie je alle vloeistof... ...eruit komen.
De baby kon geboren worden.
Poets je schoenen vooraleer weg te gaan.
- Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten gaan.
- Hoewel het regende, moest ik toch naar buiten.
Stop met losers te daten!
Laat de hond niet naar buiten.
Ik heb geen zin om uit te gaan.
Let op, lach naar het vogeltje!
Ze heeft beloofd niet alleen uit te gaan.
Volg me. Ik zal je tonen hoe hier uit te geraken.
"Ge moogt nu niet uitgaan." "Waarom niet?"
We moeten hem eruit zien te krijgen.
- Ik wilde net uitgaan toen hij me kwam zien.
- Ik wilde net naar buiten gaan toen hij me kwam zien.
- Zorg dat ze hier weggaat!
- Haal haar hier weg!
Mijn vader is zojuist uitgegaan.
Moeder is net gaan winkelen.
Ik had niet veel zin om uit te gaan.
- Ik heb geen zin om uit te gaan.
- Ik heb geen zin om naar buiten te gaan.
- Ik heb geen goesting om naar buiten te gaan.
- Ik ben niet geneigd uit te gaan.
Ze stond op het punt om te vertrekken.
Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
Hij wil met haar uitgaan.
Je moet naar buiten gaan als je wilt roken.
Ik heb nu geen zin om uit te gaan.
Ik heb zin in uit eten vanavond.
De harde regen weerhield me te gaan.
We zagen hoe meneer Sato de kamer verliet.
Wil je een korte wandeling maken?
Als je met zo weinig kleren naar buiten gaat, vat je nog kou.
Dat is de beste mogelijkheid om hier weg te komen.
Ik moet hulp inschakelen om hier uit te komen.
Uit de kast komen zal niet langer een optie zijn,
Hij is net weggegaan.
- Ik schaamde me om in oude kleren uit te gaan.
- Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.
Ik kan het wel aan.
Ik wil deze namiddag niet buiten gaan.
Volg me. Ik zal je tonen hoe hier uit te geraken.
Laat de kat niet uit de zak komen.
Ik kon niet gaan omdat het regende.
Na het eten was ze klaar om uit te gaan.
Ik heb het nu druk, ik kan niet gaan.
Ik heb geen zin om vanavond uit te gaan.
Ze heeft beloofd niet alleen uit te gaan.
Geen sprake van om met deze regen weg te gaan.
Wanneer helpt het me om mijn camera klaar te hebben,
Je ziet de rookpluim wel uit de bergwand komen.
Ze kon haar dochter er niet van weerhouden om uit te gaan.
Ik zou liever buiten gaan dan binnen te blijven.
Dit is geen wetenschap.