Examples of using "Ressemblent" in a sentence and their dutch translations:
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
Hoe zijn de kamers?
Je o's zien eruit als a's.
Je o's zien eruit als a's.
Ken en zijn broer zijn zeer gelijkend.
Dit zijn meer buitenaardse ninjakrabben.
Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar.
Vind je niet dat Tom en John op elkaar lijken?
De twee broers lijken op elkaar als twee druppels water.
Ze lijken op elkaar als twee druppels water.
het grootste deel ziet er beslist niet zo uit.
Bill en zijn jongere broer lijken helemaal niet op elkaar.
De twee broers zijn zo gelijkend dat het moeilijk is hen uit elkaar te houden.
Alle racistische regimes lijken op elkaar, of ze nou nazi zijn of "gezegend" door God.
Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.