Examples of using "Préparez" in a sentence and their dutch translations:
- Maak u klaar.
- Maak jullie klaar.
- Maak er wat voor ze.
- Maak wat klaar voor ze.
- Maak wat klaar voor hen.
Maak je klaar voor de toekomst.
Maak wat koffie.
Bereid je voor.
- Bereid je voor om te sterven.
- Bereid u voor om te sterven.
- Bereid jullie voor om te sterven.
Stel je voor dat je je klaarmaakt om naar een feestje te gaan.