Translation of "Portefeuille" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Portefeuille" in a sentence and their dutch translations:

Range ton portefeuille.

Steek je portefeuille weg.

Mon portefeuille a disparu.

Mijn portemonnee is verdwenen.

J'ai perdu mon portefeuille.

Ik heb mijn portemonnee verloren.

Attention à votre portefeuille.

Let op uw portefeuille.

Tom cherche son portefeuille.

Tom zoekt zijn portemonnee.

Hier, j'ai perdu mon portefeuille.

- Gisteren verloor ik mijn portemonnee.
- Gisteren heb ik mijn portemonnee verloren.

Tom a perdu son portefeuille.

- Tom is zijn portemonnee kwijt.
- Tom heeft zijn portemonnee verloren.

Cet homme a volé mon portefeuille.

Deze man heeft mijn portemonnee gestolen.

Je n'ai plus d'argent dans mon portefeuille.

Ik heb geen geld meer in m'n portemonnee.

Il manque mon portefeuille et mon passeport.

Mijn paspoort en portemonnee zijn weg.

Quelqu'un a volé mon portefeuille dans le train.

Iemand heeft mijn portemonnee in de trein gestolen.

Ils m'ont fait mon lit en portefeuille, les salauds !

Door hun geintje kan ik niet in mijn bed kruipen, de schoften!

- La richesse se trouve dans le cœur, pas dans le portefeuille.
- La richesse réside dans ton cœur, pas dans ton portefeuille.

Rijkdom zit in je hart, niet in je portemonnee.

- En rentrant chez moi, j'ai remarqué que j'avais perdu mon portefeuille.
- En rentrant, je me suis aperçu que j'avais perdu mon portefeuille.
- En rentrant, je me suis aperçue que j'avais perdu mon portefeuille.

Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee kwijt was.

J'ai cherché partout mais je ne trouve pas mon portefeuille.

Ik heb al overal gezocht, maar ik kan mijn beurs niet vinden.

J'ai regardé partout, mais je n'ai pas trouvé mon portefeuille.

Ik heb al overal gezocht, maar ik kan mijn beurs niet vinden.