Examples of using "Disparu" in a sentence and their dutch translations:
Ze verdwenen.
Mijn adrenaline was op.
Het vermiste welpje.
Ze verdween.
- Tom is verdwenen.
- Tom verdween.
- Mennad is verdwenen.
- Mennad is vermist.
Yanni verdween.
De sneeuw is verdwenen.
Hij is alweer verdwenen.
Mijn portemonnee is verdwenen.
Mijn sokken ontbreken.
Drie speleologen zijn verdwenen.
De muggen zijn verdwenen.
- Tom is gewoon verdwenen.
- Tom is net verdwenen.
Al mijn spullen zijn verdwenen.
Al het eten was weg.
De sporen van Dana houden hier op.
Wie is er verdwenen?
- Een van mijn valiezen ontbreekt.
- Een van mijn koffers ontbreekt.
Alles is weg.
De pijn is voor het grootste deel verdwenen.
- Hij is met de noorderzon vertrokken.
- Hij is spoorloos verdwenen.
- Hij verdween zonder een spoor achter te laten.
- Hij is zonder enig spoor verdwenen.
Hij verdween.
Haar zoon verdween zeven jaar geleden.
Mijn lief katje is al een week verdwenen.
Ze zochten allen naar het vermiste kind.
De dinosaurussen zijn lang geleden uitgestorven.
- Een van mijn valiezen ontbreekt.
- Een van mijn koffers ontbreekt.
En nu is hij compleet verdwenen. Laten we aan de andere kant van de berg gaan zoeken.
Mijn hoofdpijn is verdwenen.
Mijn hoofdpijn is verdwenen.
- Hij is met de noorderzon vertrokken.
- Hij is spoorloos verdwenen.
- Hij is zonder enig spoor verdwenen.
- Tom is spoorloos verdwenen.
- Tom verdween spoorloos.
- Het vliegtuig is in een oogwenk verdwenen.
- Het vliegtuig is plotseling verdwenen.
Ik keek elke dag of ze in orde was... ...en vroeg me af of dit haar laatste dag was.
Hij keerde terug naar Frankrijk om te herstellen, maar was nooit meer dezelfde. Zijn energie en ijver waren verdwenen.