Examples of using "Kate" in a sentence and their dutch translations:
- Ga zitten, Kate.
- Zet je neer, Kate.
Jean en Kate zijn een tweeling.
Kate is niet zo groot als Anne.
Kate is verkouden.
Kate heeft een appeltaart gebakken.
Kate drinkt elke dag een heleboel melk.
Een meisje dat Kate heet kwam om je te zien.