Examples of using "Lait" in a sentence and their dutch translations:
Drink je melk op.
Ik dronk melk.
Ze drinken melk.
Drink je melk op.
Ik hou van melk.
Drink melk!
- Tom morste de melk.
- Tom knoeide de melk.
Melk maakt ons sterk.
Voeg wat melk toe.
De melk smaakt zuur.
Koeien geven melk.
- Ik heb in je melk gekakt.
- Ik heb in uw melk gekakt.
- Ik heb in jullie melk gekakt.
Melk wordt gemakkelijk zuur.
De melk werd zuur.
Ik drink melk.
- Ik dronk melk.
- Ik was melk aan het drinken.
De melk smaakt zuur.
De melk is onsmakelijk.
- Tom drinkt melk.
- Tom is melk aan het drinken.
Melanie drinkt melk.
Sojamelk.
Ik morste de melk.
Vergeet de melk niet.
Deze melk is over de datum.
Wil je melk?
Giet de melk geleidelijk aan.
Ik wil melk.
Koop in alle geval melk.
De koe geeft ons melk.
Koeien geven ons melk.
Hou jij van chocolademelk?
De melk is in de koelkast.
Geef me een glas melk.
Die melk heeft een rare smaak.
Ik ben allergisch voor melk.
Melk maakt ons sterk.
Alle melk was gemorst.
De kat drinkt melk.
Maria houdt van melk.
Ik wil melk drinken.
Is er nog melk?
Koeien geven melk.
Ik schijt in je melk.
Een koe geeft ons melk.
Tom dronk melk.
Ze gaat een beetje melk drinken.
De jongen drinkt melk.
Drink je veel melk?
Magere melk voor mij.
Koeien geven melk.
Is melk wit?
Hij gaf de kat wat melk.
Geef mij een beetje melk.
- Ik kocht twee flessen melk.
- Ik heb twee flessen melk gekocht.
Koeien voorzien ons van melk.
De koe voorziet ons van melk.
Deze melk heeft een herkenbare geur.
Ja, de melk is heel goed.
Het glas is vol melk.
Ik heb liefst koffie met melk.
De koe geeft ons melk.
Hoeveel melk is er over?
Melk wordt zuur door de warmte.
Geef me een glas melk.