Examples of using "Jaunes" in a sentence and their dutch translations:
Dooiers zijn geel.
Dooiers zijn geel.
Ze zijn geel.
Ze zijn geel.
Ze zijn geel.
Sommige ballen zijn geel.
Bananen zijn geel.
Bloemen zijn geel.
De bladeren zijn geel.
Ik hou van eidooiers.
Kijk in de Gouden Gids.
We hebben gele appels.
Alle ballen zijn geel.
Rijpe bananen hebben een gele kleur.
Hij heeft gele tanden.
De jongen plukt gele bloemen.
In de herfst worden de bladeren geel.
Alle bloemen in de tuin zijn geel.
De tuin stond vol met gele bloemen.
We hebben vandaag veel gele vlinders gezien.
In de Verenigde Staten zijn schoolbussen geel.
Alle bladeren aan de boom werden geel.
Hoeveel gele bloemen zijn daar?
Zie je die kleine gele bloem aan de gaspeldoorn? Dat gele?
Een rookgordijn scheidde de Republikeinse Veiligheidstroepen van de gele hesjes.
We hebben margrieten, witte en gele, maar enkel in bossen.
Ze zijn er in het rood, groen en geel.
- We hebben margrieten, witte en gele, maar enkel in bossen.
- We hebben madeliefjes, witte en gele, maar enkel in tuilen.
In de herfst worden de bladeren geel.
Alle bladeren aan de boom werden geel.
Het zand is geel, en de zon is ook geel. Het zand en de zon zijn geel.
In de herfst worden de bladeren geel.
Alle bladeren aan de boom werden geel.