Examples of using "J'arrive" in a sentence and their dutch translations:
Ik kom eraan.
Ja, ik kom dadelijk.
Ik kom onmiddellijk.
Ik kom eraan, Dana.
Ik kom er onmiddellijk aan.
Dus kom ik voorbereid.
- Ja, ik ben daar.
- Ja, ik kom dadelijk.
- Ik kom.
- Ik kom eraan.
Ik kom eraan!
Ik ben er binnen een minuut.
Ik kan het voelen.
Ik zal een beetje laat aankomen.
Ik kan het voelen.
Ik kan het moeilijk geloven.
Ik kan het nauwelijks geloven.
- Ik kom er onmiddellijk aan.
- Ik kom zo.
Ik kan het horen.
Ik kan mijn been nu nauwelijks bewegen.
Ik kan zijn verhaal nauwelijks geloven.
Hij is gestorven voor mijn aankomst.
- Ik kan zonder bril lezen.
- Ik kan lezen zonder bril.
Ik dacht dat hij hier was, maar als je er bent dan is hij plotseling verder weg.
- Ik maak eerst af wat ik moet doen en dan, hup, kom ik.
- Ik rond af wat ik nog te doen heb en hopla, dan kom ik.
- Ik ben zojuist uit Groot-Brittannië gekomen.
- Ik kwam juist terug uit Groot-Brittannië.
- Ik kan het in jouw ogen zien.
- Ik kan het in je ogen zien.
Ik ben zo moe dat ik naar bed ga zodra ik thuiskom.
Ik kan het licht zien.
Ik kan het.
- Ik kan het in jouw ogen zien.
- Ik kan het in je ogen zien.