Translation of "Dernier" in Dutch

Dernier appel !

- Laatste oproep!
- Nu stemmen graag!

- Tom est le dernier.
- Tom est dernier.

Tom is de laatste.

- Qu'as-tu fait dimanche dernier ?
- Qu'avez-vous fait dimanche dernier ?

Wat heb je afgelopen zondag gedaan?

- Nous sommes ton dernier espoir.
- Nous sommes votre dernier espoir.

- We zijn je laatste hoop.
- We zijn jullie laatste hoop.
- We zijn uw laatste hoop.

C'est... son dernier acte.

Dit is zijn laatste handeling.

- Dernier appel !
- Dernière tournée !

- Laatste oproep!
- Laatste ronde!
- Een ronde te gaan!

Tom arriva en dernier.

Tom is als laatste aangekomen.

L'espoir meurt en dernier.

Hoop doet leven.

C'est le dernier train.

Dit is de laatste trein.

C'est leur dernier film.

Het is hun laatste film.

C'est mon dernier mot.

Dat is mijn laatste woord.

C'est le dernier avertissement.

Dit is de laatste waarschuwing.

Je suis le dernier.

Ik ben de laatste.

Partageons ce dernier bout !

Laten we dat laatste stukje delen!

Il était le dernier.

Hij was de laatste.

- Qu'avez-vous fait à Noël dernier ?
- Qu'as-tu fait à Noël dernier ?

Wat heb je vorig jaar met kerst gedaan?

- À quand remonte votre dernier électrocardiogramme ?
- À quand remonte ton dernier électrocardiogramme ?

- Wanneer was uw laatste elektrocardiogram?
- Wanneer was jouw laatste elektrocardiogram?

- Le dernier mâle de cette espèce est mort l'an dernier.
- Le dernier mâle de cette espèce est mort l'année dernière.

- Het laatste mannetje van dat soort stierf vorig jaar.
- Het laatste mannetje van die soort stierf vorig jaar.

Il pleut depuis jeudi dernier.

Het regent sinds de vorige donderdag.

Son dernier mari était violoniste.

Wijlen haar echtgenoot was violist.

Il rendit son dernier soupir.

- Hij blies z'n laatste adem uit.
- Hij blies z'n laatste ademtocht uit.

J'ai déménagé le mois dernier.

- Ik verhuisde een maand geleden.
- Ik ben afgelopen maand verhuisd.

- Je l'envie.
- J'envie ce dernier.

Ik benijd hem.

Qu'as-tu fait dimanche dernier ?

Wat heb je afgelopen zondag gedaan?

J'ai raté le dernier train.

Ik heb de laatste trein gemist.

Le Jugement dernier est proche.

Het oordeel is nabij.

Le mois dernier était novembre ?

Was de afgelopen maand november?

Quand part le dernier train ?

Wanneer vertrekt de laatste trein?

- Son frère est décédé le mois dernier.
- Son frère est mort le mois dernier.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

- À quand remonte votre dernier examen médical ?
- À quand remonte ton dernier examen médical ?

- Wanneer was de laatste keer dat je een medisch onderzoek had?
- Wanneer was de laatste keer dat u een medisch onderzoek had?

- À quand remonte votre dernier test auditif ?
- À quand remonte ton dernier test auditif ?

- Wanneer was uw laatste gehoortest?
- Wanneer was je laatste gehoortest?

Mon dernier arrêt fut en Floride,

Mijn laatste halte was in Florida

Ce sera mon dernier pour toi.

Het zal mijn laatste voor jou zijn.

Du dernier champion survivant de Hrolf.

van Hrolfs laatste overlevende kampioen.

Il a visité Kyoto l'an dernier.

Hij bezocht Kyoto vorig jaar.

Il a beaucoup neigé l'an dernier.

Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.

Tom fut le dernier à arriver.

Tom was de laatst aangekomene.

Rira bien qui rira le dernier.

Wie het laatst lacht, lacht het best.

Qui a mangé le dernier biscuit ?

Wie heeft het laatste koekje opgegeten?

Je suis allé pêcher lundi dernier.

Ik ben vorige maandag gaan vissen.

J'ai une bicyclette du dernier modèle.

Ik heb het nieuwste model fiets.

J'étais à Londres le mois dernier.

Ik was vorige maand in Londen.

Le dernier train est déjà parti.

De laatste trein is al weg.

J'ai pris ma retraite l'an dernier.

- Ik ging vorig jaar met pensioen.
- Ik ben vorig jaar met pensioen gegaan.

Il est malade depuis dimanche dernier.

Hij is ziek sinds zondag.

Il fait tout au dernier moment.

Hij doet alles op het laatste moment.

- J'ai terminé dernier.
- J'ai terminé dernière.

- Ik ben als laatste geëindigd.
- Ik eindigde als laatste.

Alice est enrhumée depuis dimanche dernier.

Alica heeft een valling sinds vorige zondag.

J'ai beaucoup travaillé le mois dernier.

Ik heb hard gewerkt de laatste maand.

Aujourd'hui est notre dernier jour d'école.

Vandaag is onze laatste schooldag.

Elle est malade depuis mercredi dernier.

Sinds afgelopen woensdag is ze ziek.

- C'est le dernier avertissement qui t'est adressé.
- C'est le dernier avertissement qui vous est adressé.

Dit is je laatste waarschuwing.

- C'est le dernier match.
- C'est la dernière manche.
- C'est la dernière partie.
- C'est le dernier jeu.

- Dit is de laatste wedstrijd.
- Dit is het laatste spel.

- À quand remonte votre dernier rappel de tétanos ?
- À quand remonte ton dernier rappel de tétanos ?

- Wanneer was je laatste tetanusprik?
- Wanneer hebt u voor het laatst een tetanusprik gehad?

Le dernier acte de la nuit débute.

Het laatste deel van de nacht begint.

Il est souvent appelé «le dernier viking».

Hij wordt vaak 'de laatste Viking' genoemd.

Il a beaucoup plu le mois dernier.

De vorige maand heeft het veel geregend.

Décembre est le dernier mois de l'année.

December is de laatste maand van het jaar.

Le dernier examen a été très difficile.

Het laatste examen was heel moeilijk.

Son frère est décédé le mois dernier.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

Je suis allé au parc dimanche dernier.

Afgelopen zondag ben ik naar het park gegaan.

J'ai encore le livre du semestre dernier.

Ik heb het boek van het laatste semester nog steeds.

Elle était en Amérique le mois dernier.

Ze was afgelopen maand in Amerika.

Il veut toujours avoir le dernier mot.

Hij wil altijd het laatste woord hebben.