Examples of using "Dérange" in a sentence and their dutch translations:
- Mag ik even?
- Stoor ik?
Ik stoor.
- Tom valt Maria lastig.
- Tom stoort Maria.
- Stoort dat u?
- Stoort dat jullie?
We storen.
- Val hem niet lastig!
- Stoor hem niet!
- Zou dat u storen?
- Zou dat jullie storen?
- Stoort dat u?
- Het hindert me niet.
- Het stoort me niet.
- Ik stoor me er niet aan.
Zou dat u storen?
Vindt u het erg als ik rook?
Vind je het erg als ik rook?
Niet storen.
Ik vind de koude niet erg.
Stoort dat je?
Vind je het erg als ik rook?
Ik hoop dat ik u niet stoor.
De manier waarop Tom spreekt stoort me.
Het maakt me niet uit als het heet is.
Stoort het u als ik hier rook?
Vind je het erg als ik rook?
Mag ik even?
Het maakt me niet uit als het heet is.
Vindt u het erg als ik de radio aandoe?
Het maakt me niet uit om in de regen te wandelen.
- Is het goed als ik je een paar medische vragen stel?
- Is het goed als ik u een paar medische vragen stel?
Staat u toe dat ik hier rook?
Tom stoort de koude niet, maar Maria kan ze niet verdragen.
"Stoort het u als ik uw telefoon gebruik?" "Neen, doet u maar."
- Laat maar.
- Doe geen moeite.
Heb je een probleem met mij?
Heb je een probleem met mij?
- Vind je het erg als ik rook?
- Vinden jullie het erg als ik rook?
- Val haar niet lastig.
- Stoor haar niet.
Ik heb het vandaag druk, dus als je het niet erg vindt, zou ik dit gesprek graag een andere keer willen voeren.
- Vind je het erg als ik erbij kom zitten?
- Vindt u het erg als ik erbij kom zitten?
- Vinden jullie het erg als ik erbij kom zitten?'
- Bezwaar als ik me bij je voeg?
Dat vind ik allebei niet juist en dat zit mij persoonlijk dwars.