Examples of using "Attendre" in a sentence and their dutch translations:
- Je moet wachten.
- U moet wachten.
- Jullie moeten wachten.
Jullie moeten wachten.
Dat kan wachten.
Waarom wachten op Kerstmis?
Ik kan wachten.
Je moet wachten.
Laten we wachten.
U moet wachten.
Ik wil wachten.
Hij heeft me lang laten wachten.
Wacht op je beurt alsjeblieft.
- Ik moest lang wachten.
- Ik heb lang moeten wachten.
Kan het wachten?
Ik kan op u wachten.
Waarom moeten wij wachten?
Tom lijkt op iemand te wachten.
De hemel kan wachten.
Jullie moeten wachten.
- Ik kan op u wachten.
- Ik kan op je wachten.
- Ik kan op jullie wachten.
- Zou je even kunnen wachten?
- Zou u even kunnen wachten?
- Zou u alstublieft even kunnen wachten?
- Vind je het erg om even te wachten?
- Ik kan niet meer wachten.
- Ik kan niet langer wachten.
Ik kan niet meer wachten.
Hij heeft me lang laten wachten.
- Gelieve vijf minuten te wachten.
- Wacht alsjeblieft vijf minuten.
Zou ik wachten tot ze weer komt?
Ik kan niet wachten.
Gaat u alstublieft zitten en wacht.
Tom wilde niet wachten.
Sorry dat ik u liet wachten.
Zou je even kunnen wachten?
Kan je tien minuten wachten?
Wachten helpt niet.
Tom gaat niet wachten.
Ik kan niet langer wachten.
Tom zal misschien wel moeten wachten.
Zou u even kunnen wachten?
Ik kan niet langer wachten.
Je wil haar niet laten wachten!
Ik wil niet zo lang wachten.
Ik kan niet eeuwig wachten.
Ik heb een hekel aan wachten.
Wat dat betreft, je kan er altijd van dromen!
Hoe lang gaan we wachten?
Hoe lang moet ik wachten?
Ze heeft mij een half uur laten wachten.
- Ik kan op u wachten.
- Ik kan op je wachten.
- Ik kan op jullie wachten.
Hij heeft me lang laten wachten.
Tom wil niet zo lang wachten.
Tom en Mary wilden niet wachten.
We moesten lang op de bus wachten.
Ik wil niet zo lang wachten.
Hij heeft mij een uur laten wachten.
Zij wil niet zo lang wachten.
Ik kan niet langer wachten.
Lang wachten op een vriend maakt me zenuwachtig.
Lang wachten op een vriend maakt me zenuwachtig.
Ik zal op je wachten.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.
- Ik hoop dat we niet al te lang hoeven wachten.
- Ik hoop dat we niet te lang moeten wachten.
Zal ik hier op je wachten?
- Tom zal waarschijnlijk op jou wachten.
- Tom zal wellicht op u wachten.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.
Raymond besluit om niet te gaan zitten wachten.
Ze moet wachten op de duisternis.
Je kan niet alles van de scholen verwachten.
Tien jaar is een lange tijd om te wachten.