Examples of using "Arrive" in a sentence and their dutch translations:
Het gebeurt vaak.
Het gebeurt vaak.
- Het komt voor.
- Het gebeurt wel.
Ze komt!
- Het komt voor.
- Het gebeurt wel.
- Het gebeurt.
Het gebeurt!
- We komen.
- We komen eraan!
Hij komt aanhollen.
De bus komt eraan.
Het zal gauw winter zijn.
Pizza is onderweg.
- Het gebeurt vaak.
- Het gebeurt regelmatig.
- Tom arriveert vandaag.
- Tom komt vandaag aan.
Rauf komt morgen.
Kijk! Ze komt eraan!
Het gebeurt vaak.
Verandering gebeurt.
Ze komt!
- Morgen komt hij in Parijs aan.
- Morgen komt hij aan in Parijs.
Daar komt hij. Kom op.
De helikopter komt eraan, ik hoor hem.
Wanneer komt die aan?
We komen.
We komen.
Tom komt eraan.
Niets lukt me.
Daar komt hij!
Tja, dat gebeurt.
en dat er een auto aankomt
maar ik lijk er geen grip op te krijgen.
Maar bedenk wat er gebeurt
Soms zeurt ze erover tegen me,
Kerstmis komt er snel aan.
Ze komt!
Morgen komt hij aan in Parijs.
Laten we gaan zodra Tom hier komt!
Hij komt altijd op tijd.
Kerstmis komt er snel aan.
Daar komt een auto aan.
Hij komt dikwijls te laat.
- Ja, het gebeurt van tijd tot tijd.
- Ja, dat gebeurt nu en dan.
Waarom gebeurt dit?
Daar komt de bus.
- Het is bijna kerst.
- Kerstmis komt eraan.
Ik kan niet zonder jouw raad.
Roger, komt eraan. Dankjewel. Bear uit.
Ze gaat een hoek om en ziet een krab.
Ik zal altijd van je houden, wat er ook gebeurt.
Ik zal u schrijven van als ik daar ben.
Hier komt de bus.
Rauf komt morgen.
We komen.
- Tom komt vandaag.
- Tom arriveert vandaag.
- Tom komt vandaag aan.
Ik ga door, wat er ook gebeurt!
De kerstman komt naar de stad.
- Morgen komt hij in Parijs aan.
- Morgen komt hij aan in Parijs.
Onze leraar komt altijd precies op tijd voor de les.
Ik heb een extractie nodig. Hallo. Oké, we halen je op.
Er komt extra familie te hulp.
Ze zeggen allemaal: “De dood komt eraan, het is zeker.
Ik zal mijn woord houden, wat er ook gebeurt.
- Ja, het gebeurt van tijd tot tijd.
- Ja, dat gebeurt nu en dan.
Hij kan nauwelijks zijn naam schrijven.
Dat gebeurt soms.
Hij drinkt af en toe wijn.
Hij komt vaak laat op school.
- Ik wilde niet dat dit zou gebeuren.
- Ik had niet gewild dat dit gebeurde.
Waarom gebeurt dit zo vaak?
- Geld maakt alle deuren open.
- Een gouden sleutel maakt alle deuren open.
Wat er ook gebeurt, vergeet niet te glimlachen.
- We komen.
- We komen eraan!
- We komen er zo aan.
- We zijn er zo.
Ik blijf hier totdat hij aankomt.
Ik begrijp niet wat er gebeurt.
Vechten jullie ooit?
Het kind komt huilend thuis.
Wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen.
Het gebeurt wel.
Wat er ook gebeurt, ik ben voor jou daar.