Examples of using "1er" in a sentence and their dutch translations:
- De zitting is verdaagd tot 1 maart 15.00 uur.
- De zitting is verdaagd tot 1 maart, vijftien uur.
Hier ons antwoord op uw faxbericht van 1 april.
Vandaag is het één september.
Vanaf 1 mei 2019 zal er in Japan een nieuwe tijdrekening beginnen ten gevolge van het aftreden van de Heisei-keizer ten gunste van zijn zoon.
Vanaf 1 mei 2019 zal er in Japan een nieuwe tijdrekening beginnen ten gevolge van het aftreden van de Heisei-keizer ten gunste van zijn zoon.