Examples of using "Yhtä" in a sentence and their dutch translations:
Ge ziet er zo gezond uit als altijd.
Ik verplaatste de zee-egel van de ene tank naar de andere...
Zo snel als het donker arriveerde...
- Komt u ook maar met mij mee.
- Jij kunt ook wel met me meekomen.
Ik ben zo lang als jou.
Ik ben even groot als mijn vader.
Hij is niet zo slim als zijn broer.
Tom is niet zo actief als Mary.
...is het culturele vraagstuk misschien wel belangrijker...
Hij praat net zo makkelijk met een huisvrouw...
Hij is zo groot als zijn vader.
Ik zou op dit moment wel een biertje lusten.
Jij weet dit net zo goed als ik.
Ze is net zo mooi als haar moeder.
Kan je even vlug zwemmen als hij?
Ze zijn even sterk als wij.
- Twee maal twee is vier.
- Twee keer twee is vier.
...knippende kokskrabben nemen het op tegen een van de engste beren op Aarde...
Haar uiterlijk is net zo vreemd als haar levensstijl.
Bij de evenaar zijn dag en nacht gelijk.
Overdag is hun zicht net zo goed als dat van olifanten.
Weinig schatten zijn zoveel waard als een vriend.
Tom wou dat hij meer dan één taal sprak.
De laatste tien jaar van zijn leven waren een marteling.
Mijn broer is net zo groot als ik.
Ik heb niet één zuster maar twee.
Tom is niet zo slim als ik.
Tom spreekt net zo goed Frans als jij.
Ik kan niet zo goed tennissen als Tom.
Tom is niet zo getalenteerd als jij.
Mag ik je iets raars vragen?
Ik spreek niet zo goed Frans als Tom.
Tom is niet meer zo kwiek als vroeger.
Twee maal twee is vier.
Hij is niet zo groot als zijn vader.
Maar het blijft een gegeven dat er geen enkele juiste projectie is.
Zes in kwadraat staat gelijk aan zesendertig.
De verschillende vormen van aanbidding die in de Romeinse wereld heersten, werden door het volk gezien als even waar; door de filosoof als even onwaar; en door de magistraat als even nuttig. En zo leidde de tolerantie niet alleen tot wederzijdse toegeeflijkheid, maar zelfs tot religieuze eensgezindheid.
En hoe snel je ook bent, je bent niet zo snel als een ratelslang.
Tom wees naar een van de foto's en zei: ''Wie is dat?''
Maria heeft niet één hond, ze heeft er vijf!
- Mag ik je iets vragen?
- Mag ik u een vraag stellen?
- Mag ik je iets vragen?
- Mag ik u een vraag stellen?
Jij spreekt uitstekend Frans. Ik wou dat ik het zo goed als jij kon spreken.
Het kwadraat van de hypotenusa is gelijk aan de som van de kwadraten van de twee andere zijden.
Hij is net zo slim als elke andere jongen in de klas.
Jouw intelligentie is precies zo groot als de afstand tussen Bombay en Mumbai.
De nacht was zo donker, bijna zo donker als zijn hart.
We zijn het eens.
...en wint een kameelspin van een adelaar die net zo statig als dodelijk is?
Een dollar is gelijk aan honderd dollarcent.
In de zoo van Antwerpen kan je drie luiaards bewonderen: twee wijfjes en één mannetje.
Het was allemaal een grote leugen.
Het is allemaal een grote grap.
Een taart in gelijke stukken snijden is nogal moeilijk.
Hij schrijft nog romans af en toe, maar niet zo veel als vroeger.
- Eén plus twee is gelijk aan drie.
- Eén en twee is drie.
- Eén plus twee is drie.
Vijf plus twee is zeven.
De som van de kwadraten van de rechthoekszijden is gelijk aan het kwadraat van de hypotenusa.
Hij bereidt zich voor zijn spieren te gebruiken en aan te vallen. En hoe snel je ook bent, je bent niet zo snel als een ratelslang.
Tom is het nooit eens met Mary.
Wilt u nog een kopje thee?
Vijf plus drie is gelijk aan acht.
Eén plus twee is gelijk aan drie.