Examples of using "Aina" in a sentence and their dutch translations:
Bijna altijd.
Altijd.
Ik hou nog steeds van je.
Altijd geopend.
Mijn deur is altijd open.
Ze gelooft mij altijd.
Tom is altijd vrolijk.
Tom spreekt altijd in het Frans.
We deden altijd alles samen.
Ge hebt niets dan kritiek op mij!
Je bent altijd te laat.
Al het begin is moeilijk.
Ze klagen altijd.
Je vernielt altijd alles.
Ik ben altijd moe.
Jij zingt altijd.
Tom komt altijd te laat.
Ze glimlacht altijd.
Peter maakt altijd een olifant van een mug.
Meer is niet altijd beter.
Ik heb altijd van die naam gehouden.
Tegen de jonge militanten zeg ik altijd...
Er zullen altijd heel rijke mensen zijn.
Je kunt altijd op Tom rekenen.
Dromen worden niet altijd waar.
Mijn moeder is altijd bezig.
Vrienden vinden altijd een oplossing.
Ik vergeet altijd namen van mensen.
Ik geef altijd wel iets aan bedelaars.
- Dat is altijd zo geweest.
- Zo is dit altijd geweest.
De klant heeft altijd gelijk.
Tom spreekt altijd Frans.
- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Tom is altijd nerveus.
- Tom is altijd zenuwachtig.
- Je liegt altijd tegen me.
- U liegt altijd tegen me.
- Jullie liegen altijd tegen me.
Ze is altijd in het zwart gekleed.
Het restaurant zit altijd vol.
Ze glimlacht altijd naar mij.
Hij is altijd bij mij.
Mijn moeder is altijd onderweg.
Ge ziet er zo gezond uit als altijd.
Ik heb altijd meer van mysterieuze personages gehouden.
Tom brengt altijd de regen met zich mee.
Niet altijd eenvoudig.
...maar er is ook iets magisch aan staren in de vlammen.
Is liefde niet altijd een toevlucht?
Ze houdt altijd last van slangsterren die al haar eten inpikken.
Ge moet altijd nadenken alvorens te spreken.
De medische wetenschap gaat altijd vooruit.
Ze denkt dat ze altijd gelijk heeft.
We moeten altijd de wetten gehoorzamen.
Hij zal voor altijd van haar houden.
Tom heeft altijd een hoed op.
Hij is bijna altijd thuis.
Hij komt altijd te laat op school.
Je kunt altijd een berichtje naar Tom sturen.
Tom is het type persoon dat een kat een kat noemt.
Mijn vader gaat niet altijd lopend naar het werk.
Waar een tand pijn doet, daar gaat de tong naartoe.
- Ik heb je altijd bewonderd, Tom.
- Ik heb je altijd al bewonderd, Tom.
Hij zit altijd vol ideeën.
Ik ben altijd klaar om je te helpen.
Zij gehoorzamen hun ouders niet altijd.
Mary heeft altijd haar laptop bij zich.
Ik heb altijd van je gehouden, Tom.
We moeten altijd het beste van onszelf geven.
Dat is altijd zo geweest.
Ik heb altijd een woordenboek bij de hand.
Steeds wanneer we elkaar ontmoeten klaagt hij over zijn vrouw.
- Hij heeft altijd een blauw hemd aan.
- Hij draagt altijd een blauwe shirt.
Merk op dat het maximum niet altijd bestaat.
...en een overbrenger van ideeën... ...die altijd alleen besproken werden...
In het wild kun je niet altijd op de techniek vertrouwen.
Simpel. Niet altijd eenvoudig.
Zoals padvinders zeggen, het gaat om een goede voorbereiding.
...naar alles van astma tot kanker. Boem, daar gaan we.
Altijd spannend, een slangenkuil in.
De nacht is ons altijd vreemd geweest.
Revoluties brengen altijd nieuwe rechtsordes.
Je draagt altijd een schreeuwerige stropdas.
Je moet je handen altijd schoonhouden.
Waarom zijn mensen altijd zo cynisch?
- Ik hou van je en zal altijd van je blijven houden.
- Ik zie u graag en zal dat altijd blijven doen.
Ik heb altijd al een andere planeet willen bezoeken.
Tom draagt bijna altijd een hoed.
Eieren zijn voor de overlever... ...bijna altijd goede energie.
Of we gaan de watertunnel in. Waar water is zijn beestjes.
'Waarom gaan jullie elke dag naar dezelfde plek?'