Examples of using "Tein" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een pop gemaakt voor Ana.
- Ik heb mijn beslissing genomen.
- Ik heb een beslissing getroffen.
- Ik heb een sneeuwman gemaakt.
- Ik heb een sneeuwpop gemaakt.
Ik heb een papieren vliegtuig gemaakt.
Ik heb het zelf gemaakt.
Ik heb koffie voor je gezet.
- Ik maakte thee.
- Ik heb thee gemaakt.
Ik heb dit gemaakt.
- Ik heb het zelf gedaan.
- Ik deed het zelf.
- Ik heb dat al gedaan.
- Dat heb ik al gedaan.
Wat heb ik gedaan om dit te verdienen?
Ik heb alles geprobeerd om hem in leven te houden.
Maar toen maakte ik veel fouten.
- Het werkte.
- We hebben het gedaan.
- Ik heb het gehaald.
- Ik heb het gedaan.
Ik deed alles wat ik geacht werd te doen.
Ik maakte een film genaamd The Great Dance met mijn broer.
Sorry, ik heb een fout gemaakt.
Ik kan maar niet verstaan hoe ik zo een fout heb kunnen maken.
Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.
Ik heb de trein maar net gehaald.