Examples of using "Hai" in a sentence and their dutch translations:
Dan pakt de haai haar.
De volgende dag... ...kwam er een haai.
Hij nam haar mee naar het mistige bos.
Alle geur zit in de kelp... ...dus de haai bijt in en hapt naar de kelp.
De haai wil haar van zich af schudden en zwemt weg.
Toen zag je de haai aan de rand zwemmen en haar geur oppikken. En ik dacht: o nee, dit is weer...
En dan heeft de haai een van haar armen te pakken... ...en doet hij een death roll.
Maar het probleem is natuurlijk dat ze terug moet. Aan de andere kant pikt de haai haar geur weer op.