Examples of using "Irti" in a sentence and their dutch translations:
Handen thuis.
Afblijven!
Abseillijn losmaken.
Neem ontslag.
Laat niet los!
Laat mijn hand niet los.
Laat hem vrij!
Laat het touw niet los.
Hij liet het touw los.
- Je moet het loslaten.
- Je moet het laten gaan.
Hij is los. Ik haal de lijn binnen.
Je moet het loslaten.
Niet aanraken.
Laat haar los!
We hebben 'n verhoging gebouwd zodat 't boven de sneeuw ligt.
Dus je moet die zuignappen heel voorzichtig losmaken... ...zonder haar te verontrusten...
De haai wil haar van zich af schudden en zwemt weg.
Ik kan een stuk rottend vlees afhakken, een val zetten in het bos...
Als de maan afneemt... ...moet ze zich behelpen in de donkere nachten.
Een moederpoema en haar vier welpjes genieten van de warmte voor de nacht valt.
Raak me niet aan.
Vanaf het moment dat ik deze ruimte binnenkwam, heb ik mijn ogen niet van je af kunnen houden.
Tom trad af.
- Tom was ontslagen.
- Tom werd ontslagen.