Examples of using "Wanting" in a sentence and their dutch translations:
Wil je niet slapen?
Niet willen is hetzelfde als hebben.
Ik wil je de hele tijd iets vragen Tom.
en trok het mandje met eten dat ze wilde uit het kastje.
- De kinderen wachtten gretig op de eerste sneeuw omdat ze een sneeuwman wilden maken.
- De kinderen wachtten gretig op de eerste sneeuw om een sneeuwman te maken.