Examples of using "Same" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ook.
- Insgelijks.
- Ik ook.
- Ik ben hetzelfde.
- Ik ben ook zo.
- Insgelijks.
Insgelijks.
- Ik ben het ermee eens.
- Ik denk hetzelfde.
- Ik dacht hetzelfde.
- Ik heb dezelfde indruk.
- Ik voel me ook zo.
- Ik ben het daarmee eens.
- Ik heb hetzelfde gevoel.
Het is allemaal hetzelfde!
- Ik ben hetzelfde.
- Ik ben dezelfde.
- Insgelijks!
- Jij ook!
- U ook!
Ze zijn van dezelfde leeftijd.
Dat is niet hetzelfde.
Deze shirts zijn hetzelfde. Ze hebben dezelfde kleur. .
We zitten in hetzelfde schuitje.
Kosten ze allemaal hetzelfde?
- Ik voel me ook zo.
- Ik ben het daarmee eens.
We zijn even oud.
Ik heb hetzelfde besloten.
Niets blijft hetzelfde.
Ik wil hetzelfde.
Het is dezelfde wijn.
U hebt dezelfde fout gemaakt.
Maak dezelfde fout niet nog eens.
Als twee mensen hetzelfde doen, is het niet hetzelfde.
Datzelfde marketingalgoritme
We hebben dezelfde principes.
- Toch bedankt!
- Hoe dan ook bedankt!
- In ieder geval bedankt!
Zijn ze allemaal gelijk?
Tom vroeg zich hetzelfde af.
Het is altijd hetzelfde.
Het leven blijft nooit hetzelfde.
- Jij zou er ook zo over denken.
- Jij zou je ook zo voelen.
Iedereen zegt hetzelfde.
- Ik ben dezelfde leeftijd.
- Ik ben net zo oud.
We zitten in hetzelfde schuitje.
Ze zijn van dezelfde leeftijd.
Mannen zijn ook allemaal hetzelfde!
- Ik zou me ook zo voelen.
- Ik zou ook zo denken.
Ik ben het daarmee eens.
- Tom denkt er ook zo over.
- Tom voelt zich ook zo.
Ik heb diezelfde fout gemaakt.
Ik heb dezelfde vraag.
We hebben dezelfde tandarts.
Tom heeft het zelfde ding gedaan.
Nu voel ik hetzelfde.
We hebben dezelfde genen.
Het gaat om hetzelfde ding.
Zij zijn allebei in de buurt.
Iedereen denkt hetzelfde.
Iedereen is hetzelfde.
Wij lezen hetzelfde boek.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Al de jongens zijn even oud.
maar dezelfde dingen anders.
Hetzelfde en nog erger.
Net zoals [te weinig] slaap, trouwens.
We staan aan dezelfde kant.
die streden om dezelfde hulpbronnen.
Ik schrijf om diezelfde redenen.
hij is even oud als ik;
En ze zijn niet allemaal hetzelfde.
Het is dezelfde stelling...
Dat werkt hier ook.
om slechts dezelfde uitkomsten te bereiken?
met dezelfde wetenschapperig klinkende mythen.
Hetzelfde gebeurt met plantenbestrijdingsmiddelen.
Ze begonnen tegelijkertijd.
Ze zijn bondgenoten.
Hij maakt keer op keer dezelfde fouten.
Deze dozen zijn even groot.
Deze schriften zijn even dik.
- Ik vraag je dezelfde vraag.
- Ik stel je dezelfde vraag.
- Ik vraag je hetzelfde.
Het is me om het even.
Ze maakte weer dezelfde fout.
Zitten we in hetzelfde hotel?
Ik heb precies hetzelfde woordenboek.
Toch bedankt.
Ze komen uit hetzelfde land.
- Ik had helemaal hetzelfde gevoel.
- Ik had precies hetzelfde gevoel.
- Ik had exact hetzelfde gevoel.