Examples of using "Sister's" in a sentence and their dutch translations:
Bij mijn zus.
- Dat is de camera van mijn zus.
- Dat is mijn zus haar camera.
Mijn zus gaat trouwen.
Vandaag is het de verjaardag van mijn zus.
Mijn zus haar auto is roze.
Dit woordenboek is van mijn zus.
Die boeken zijn van mijn zus.
Toms zus heet Ria.
Het haar van mijn zus komt tot haar schouders.
De zoon van mijn zus is onze neef.
Mijn zus werkt als lerares Engels.
Ik vond per ongeluk de dildo's van mijn zus.
Is dit jouw glas of dat van je zus?
Het haar van mijn zus komt tot haar schouders.
De echtgenoot van de zuster van mijn vader is mijn oom.
Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.
- De man van mijn zus is mijn schoonbroer.
- De man van mijn zus is mijn zwager.
Tom is een van de beste vrienden van mijn zus.
Het haar van mijn zus komt tot haar schouders.
Hij is de man van mijn zus. Hij is mijn zwager.
Ik heb Tom gevraagd om de kleren van zijn zus niet te dragen.
Mijn zus is mager en ik ben aan de dikke kant.
Ik heb twee computers, maar ze zijn allebei kapot. Nu gebruik ik dus die van mijn zus terwijl ze weg is.