Examples of using "Camera" in a sentence and their dutch translations:
Van wie is deze camera?
- Handen af van mijn camera!
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.
Iemand heeft mijn camera gestolen.
Van wie is deze camera?
Breng een fototoestel!
- Pak de camera.
- Pak het fototoestel.
- Haal de camera.
- Haal het fototoestel.
- Ik heb mijn camera verloren.
- Ik ben mijn camera kwijt.
- Dat is de camera van mijn zus.
- Dat is mijn zus haar camera.
Het is een goede camera.
Heb je mijn fototoestel gezien?
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
Van wie is deze camera?
Ik ben mijn camera kwijt.
Wat voor een rotcamera!
Raak mijn camera niet aan.
Mijn camera is waterdicht.
Dit fototoestel is van Tom.
Lach eens naar het vogeltje.
Want als prostituee, voor de camera of anders,
In deze camera zit geen film.
Als ik achter mijn camera sta
Maar een lichtgevoelige camera...
- Heb je een fototoestel?
- Hebt ge een fototoestel?
Ik zal u dit fototoestel geven.
Ik heb haar mijn fototoestel geleend.
Ik heb een nieuwe camera.
Hij heeft een kapotte camera gevonden.
- Ik ben mijn camera aan het zoeken.
- Ik zoek mijn camera.
Ze heeft hem een fototoestel gekocht.
- Mijn fototoestel is een Nikon.
- Mijn fototoestel is van Nikon.
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
Ik hou niet van die fotocamera.
Hoe werkt deze camera?
- Glimlachen!
- Lachen!
- Glimlachen.
Mijn camcorder is gestolen.
Heb je mijn fototoestel gezien?
Hoeveel kost deze fotocamera?
Ik heb geen camera nodig.
Hij heeft een goed fototoestel gekocht.
In deze camera zit geen film.
Ik kocht een fototoestel voor dertig dollar.
Maar van het Hongaarse woord voor camera
Kunt u mij een goed fototoestel aanraden?
Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven
Hij heeft een goed fototoestel.
Dit fototoestel is geproduceerd in Duitsland.
- Tom heeft zijn fotoapparaat in Boston verloren.
- Tom is zijn fotoapparaat in Boston verloren.
Tom heeft een fototoestel en een statief gekocht.
Mijn camera is anders dan de jouwe.