Examples of using "Shoulders" in a sentence and their dutch translations:
op zijn schouders.
Mijn schouders doen pijn.
- Haal je schouders op.
- Haal uw schouders op.
Mary masseerde mijn schouders.
Ik heb brede schouders.
Mijn schouders voelen stijf aan.
Mijn schouders zijn stijf.
Mary's schouders waren bloot.
Zij heeft brede schouders.
Tom masseerde de stijve schouders van Maria.
Het haar van mijn zus komt tot haar schouders.
Tom droeg Mary op zijn schouders.
- Wil je dat ik je schouders masseer?
- Zal ik je schouders masseren?
Het haar van mijn zus komt tot haar schouders.
Ze legde haar handen op zijn schouders.
De kleine jongen zat op de schouders van zijn vader.
- Tom is een slimme één.
- Tom is pienter.
Het haar van mijn zus komt tot haar schouders.
Als ik dan mijn nichtje van mijn schouders haal
Ik vraag niet om een lichtere last, maar om bredere schouders.