Examples of using "Shoes" in a sentence and their dutch translations:
schoenen,
Sami rook schoenen.
Ze verkopen schoenen.
Ik hou van jullie schoenen.
Doe uw schoenen uit.
Lucht die schoenen!
Wij verkopen schoenen.
Mijn schoenen piepen.
- Bind je schoenen vast.
- Bind uw schoenen vast.
- Bind je schoenen.
- Bind uw schoenen.
Ik draag schoenen.
Jullie hebben nieuwe schoenen nodig.
Die schoenen zijn van Tom.
Tom trok zijn schoenen uit.
Doe uw schoenen uit, alstublieft.
Susan poetste haar vaders schoenen.
Tom trok zijn schoenen uit.
- Je schoenen zijn hier.
- Uw schoenen zijn hier.
- Jullie schoenen zijn hier.
Mary's schoenen zijn vies.
Ik wilde rode schoenen.
Zijn schoenen zijn bruin.
Deze schoenen zijn van haar.
Ik heb mijn schoenen gevonden.
Tom heeft nieuwe schoenen nodig.
Ze hebben nieuwe schoenen nodig.
Zijn deze schoenen van Tom?
Mijn schoenen zijn bruin.
- Je veter zitten los.
- Uw veters zitten los.
Doe je schoenen uit.
Dat zijn mijn schoenen.
Waar zijn mijn schoenen?
Zijn je schoenen nieuw?
Wiens schoenen zijn dit?
Deze schoenen zijn van mij.
- Houd je schoenen aan.
- Hou je schoenen aan.
Tom heeft nieuwe schoenen.
Goede schoenen zijn duur.
Hij heeft nieuwe schoenen nodig.
- Ik hou van jouw schoenen.
- Ik hou van uw schoenen.
- Ik hou van jullie schoenen.
Ik zou graag zulke schoenen willen.
We zijn het gewend om schoenen te dragen.
Ik heb meteen mijn schoenen aangetrokken.
Ik heb meteen mijn schoenen aangetrokken.
Susan poetste haar vaders schoenen.
Mijn schoenen zijn versleten.
Ze had witte schoenen aan.
Verkoopt u sportschoenen?
Tom trok zijn schoenen uit.
Welke maat zijn deze schoenen?
Hij draagt sokken en schoenen.
Ik liet mijn schoenen poetsen.
Heb je nieuwe schoenen?
Tom draagt de schoenen van John.
Tom draagt nieuwe schoenen.
Doe uw schoenen uit, alstublieft.
Jullie hebben nieuwe schoenen nodig.
Deze schoenen zijn te klein.
Ik kan mijn veters niet vastmaken.
Deze schoenen zijn van Tom.
- Hij trok zijn schoenen aan.
- Hij deed zijn schoenen aan.