Examples of using "Seasons" in a sentence and their dutch translations:
In dit land zijn er vier seizoenen.
verschuivende seizoenen en onstabiel weer
Wat is het warmste seizoen?
Van de vier seizoenen hou ik het meest van de zomer.
In Japan zijn er vier seizoenen.
De lente is mijn lievelingsseizoen.
We kijken een heel seizoen van een serie op één avond.
Maar richting het noorden of zuiden... ...verschuift de balans met de seizoenen.
De vier jaargetijden zijn lente, zomer, herst en winter.
- In de volgende les gaan we de dagen van de week studeren, de maanden en de jaargetijden.
- In de volgende les gaan we de dagen van de week, de maanden en de seizoenen studeren.
De lente is mijn lievelingsseizoen.