Examples of using "Walk" in a sentence and their dutch translations:
- Ga langzaam.
- Loop langzaam.
- Ga langzaam!
- Ga langzaam vooruit.
- Wandel langzaam.
Loop sneller!
- Ga weg!
- Wegwezen!
- Ga!
- Vooruit!
- Voorwaarts!
Ik zal lopen.
- Ik loop altijd.
- Ik wandel altijd.
- Scheer je weg!
- Neem een wandeling!
- Ga een eindje lopen!
- Ga wandelen!
- Laat ons wandelen.
- Laten we een wandeling maken!
Ga langzaam.
Ik loop.
Stap voorzichtig.
- We zullen wandelen.
- We zullen stappen.
Ga langzaam!
Ga wandelen!
Gaan jullie maar een ommetje maken!
Wandel elke dag.
Loop eens wat langzamer.
Wandel elke dag.
- Normaal ga ik te voet.
- Meestal loop ik.
- Normaal loop ik.
- Kan je lopen?
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?
Hierlangs!
Tom kan niet lopen.
- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Ga!
- Rot op.
- Lopen!
- Maak dat je wegkomt!
- Donder op.
- Vooruit.
- Loop weg!
Ik kan lopen.
- Je loopt snel.
- Je wandelt snel.
Ga eens wandelen!
Hij loopt niet.
Hij kan lopen.
Ik kan niet gaan.
- Het zal werken.
- Hij zal stappen.
- Ik zou kunnen lopen.
- Ik zou kunnen wandelen.
Ik kan niet verder lopen.
Ik kan niet verder lopen.
Ik zal te voet gaan.
Hij loopt, ik loop.
Ik loop iedere dag.
Het kind kan stappen.
Ga wandelen!
Ik loop graag.
- Kan ik daar lopen?
- Mag ik daar lopen?
Loop voor me.
Ik kan amper wandelen.
Ik ga naar Bilthoven.
We begonnen te lopen.
Hoe was je wandeling?
Ik ging wandelen.
- Ik loop liever.
- Ik ga liever te voet.
Loop niet zo snel.
- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.
- Ga!
- Vooruit!
- Go!
- Voorwaarts!
Ik kan teruglopen.
Ze ging wandelen.
- Ik kan niet snel wandelen, maar wel lang.
- Ik kan niet snel lopen, maar wel voor een lange tijd.
Ik kan niet verder lopen.
Ik moest te voet naar huis gaan.
Ik loop altijd naar school.
- De dreumes loopt nog niet.
- De baby loopt nog niet.
Zullen we lopen of met de auto gaan?
Hij ging wandelen.
Maak elke dag een wandeling.
Hij kan niet meer lopen.
De meeste studenten gaan te voet naar school.
Ik ga liever lopen dan met de fiets.
Laten we wat sneller lopen.
We wandelen langs de oever van het meer.
Mijn opa houdt van wandelen.
Hij is buiten aan het wandelen.